- Laat je kind thuis koekjes, druiven, blokken, auto's,... tellen en verdelen. 'We zijn met z'n drieën. Iedereen mag er drie.'
- Tel de treden van de trap wanneer je naar boven of beneden gaat.
- Tel zelf hardop tijdens het dekken van de tafel. Met hoeveel mensen zijn we en hoeveel borden, vorken, messen en lepels hebben we nodig?
- Laat je kind tellen (1,2,3,...) tot waar hij of zij komt en tel dan samen verder. Herhaal dit regelmatig!
Enkele voorbeelden om cijfers en hoeveelheden in te oefenen:
Tel en knijpkaarten:
Kleuters houden ervan om bewegend te leren. Enkele tips:
- Schrijf buiten de cijfers met krijt. Zeg een cijfer luidop, kleuter loopt snel naar dat cijfer. Laat jouw kleuter jou ook eens een opdracht geven.
- Hang kaartjes met cijfers op in huis en geef jouw kleuter de opdracht om een bepaald cijfer te zoeken.
- Leg kaartjes in de tuin. Laat jouw kleuter lopen tot aan de kaartjes. Hij/zij mag één kaartje nemen, loopt terug en legt de cijfers in de juiste volgorde.
Speel bordspelletjes en dobbelspelletjes met jouw kleuter:
Speel bordspelletjes waarbij je gebruik maakt van een dobbelsteen en je kind stapjes vooruit moet zetten. Laat je kind hardop tellen.
Voor dit spel heb je nodig: voor elke speler een strook papier, waarop je van links naar rechts vakken tekent met de cijfers 1-12 erin, een bak met auto’s, twee dobbelstenen. Laat voor het spel begint de kinderen het eerste getal aanwijzen. Welk getal is dat? Op de één mogen ze hun eerste auto parkeren (aangezien dat getal niet met twee dobbelstenen gegooid kan worden). De eerste speler gooit nu met twee dobbelstenen. Het aantal ogen wordt bij elkaar opgeteld, en op dit getal mag de speler een auto parkeren. Nu is de volgende speler aan de beurt. Wie heeft als eerste de parkeerplaats vol?
Voor dit spel heb je nodig: één of twee dobbelstenen, getallen en een vliegenmepper. De getallen kun je op een groot vel papier schrijven. Dit vel leg je dan op tafel, op de grond of je plakt het op een muur of deur. Teken er nog vliegen bij om het écht te maken! De speler die aan de beurt is, heeft de vliegenmepper in de hand. Hij gooit met één of twee dobbelstenen, en mept zo snel mogelijk op het goede getal. Je kunt het papier ook iets verder weg leggen of hangen, zodat het getal even onthouden moet worden. Nu is de volgende speler aan de beurt.
Gooi - tel -bedek:
De kinderen gooien een dobbelsteen (of twee) en bedekken het juiste getal. Het voordeel van het eerste spel is dat de getallen op de juiste volgorde staan. Bij gooi-tel-bedek staan de getallen door elkaar. Wanneer met één dobbelsteen gespeeld wordt, staan de getallen van 1-6 er zelfs twee keer op, waardoor de kinderen extra goed moeten kijken. Wie als eerste de kaart vol heeft, heeft gewonnen!
Een aftelliedje:
In de klas oefenden we het aftellen al in met een thematische timer. We kozen voor de raket. Samen met de timer tellen we af naar 0 en laten we de raket de ruimte in vliegen.
Nog enkele werkbladen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten