Plaatsbegrippen concreet inoefenen:
- Trek een kaartje (Zie verder) en laat jouw kleuter dit correct uitvoeren. (Bijvoorbeeld: Kikker op bloempot -> Kleuter gaat op stoel staan)
- Maak speelfiguren met foto's van familie en vrienden en plaats deze met een opdracht in een huis, boerderij, kasteel enz. (Bijvoorbeeld: Zet mama naast de bloemen - Zet papa op de schoorsteen - Zet broer voor de televisie - Zet zus op de stoel)
Plaatsbegrippen inoefenen in spelvorm:
Je kan de kaartjes van volgende prenten afdrukken en uitknippen. Maak er een memory van en oefen de plaatsbegrippen in. Het is belangrijk om deze begrippen te verwoorden en te laten verwoorden: in de bloempot, op, voor, achter, naast, onder enz.
(Opgelet: voor een memory moet je de afbeelding 2x afdrukken)
Je kan deze kaartjes ook gebruiken als flitsspel: Toon een kaartje -> Kleuter zegt wat er opstaat.
Je kan de plaatsbegrippen ook inoefenen aan de hand van een schermspel:
Maak twee identieke bouwwerken of dozen met herkenningspunten. Verzamel figuurtjes. Zorg dat je de figuurtjes dubbel hebt. Het spel gaat zo:
- Zet het bouwwerk of de dozen zodat jullie niet bij elkaar kunnen kijken
- Speler 1 zet een figuur op een bepaalde plaats en moet dit verwoorden naar speler 2 (Bijvoorbeeld: Zet het meisje voor de grote boom)
- Daarna mag speler 2 een figuur op een bepaalde plaats zetten en moet dit verwoorden naar speler 1 (Bijvoorbeeld: Zet de koe naast de bloemen)
Plaatsbegrippen inoefenen met een werkblad:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten